Bits to Pieces is...

views on digital preservation

thoughts and views

tips and tricks

bits of others

Q&A Erik Adigard

Erik Adigard is a communication designer based in the San Francisco Bay Area. His work ranges from branding, interaction design, immersive installations and video to consulting and design strategy. Better known projects include many visual essays for Wired magazine, websites for WiredDigital, the branding of IBM software, and large exhibits for La Villette, Paris, the Lisbon Biennale and the Venice Architecture Biennale. He also teaches, and serve on juries and advisory boards.  www.adigard.com and www.madxs.com

Absolutely Adigard
Erik Adigard. Absolut Adigard. 1996. Courtesy of Absolut Vodka.

Q&A Piet Schreuders

Piet Schreuders

Piet Schreuders (1951), graphic designer since 1975, editor-publisher of magazines De Poezenkrant and Furore, art director of VPRO Gids, researcher and writer. www.pietschreuders.com

Images courtesy Piet Schreuders. All rights reserved ©Piet Schreuders.


Q&A Max Kisman

As an analog graphic designer I first got interested in using computers when I saw a music video that used pixelation in its imagery. It was the early 80s and at the time I was graphic designer for Vinyl Music magazine. I used computer prints in an experimental "computer issue" (see elsewhere on this site). From then on I started to integrate digital technology in my graphic, typographic and illustrated work. Working with the Sinclair Spectrum 48K, the first editions of Apple Macintosh for print and Commodore Amiga 1000 for animation, I literally grew up (and in) with the technology in my field. It was applied in a.o. the '87 issue Red Cross Stamps of Dutch postal service, Language Technology/Electric word magazine, posters for Paradiso and Television graphics for Dutch VPRO Broadcasting networks. Later I got seriously involved in designing graphics for the first editions of websites like HotWired and VPRO digital. www.kismanstudio.nl

1986 Tekst&Beeld De Meervaart
Max Kisman and Bert Hendriks explain how they use the Apple MAcintosh at the 1986 Woord & Beeld event in the Meervaart, Amsterdam NL

Digital Death Day

While we pay most of our attention to preserving our valuable digital data luckily other smart people think beyond this and concern about our digital afterlife. Last Digital Death Day held on 20 May 2010 in London brought together the businesses of social networking, data management and.... death care. They identified three dimensions of digital death:


Forgotten and found. The 1984 Apple Macintosh pricing list.

In 1982 Vinyl music magazine was designed using rudimentary computer printouts for its typography. The Apple Macintosh wasn't available then. Vinyl's design was experimental, clumsy, but it contained the idea that magazines might as well be computer generated. See the article on Vinyl, magazine for modern music (still to be translated). Affordable computer technology was still quite remote for me.


Digital engravings for value paper

Between the antiquarian books and brochures at Nijhof and Lee earlier this year I did find the leaflet De zomerzegels en de computer (The summer stamps and the computer) from 1970. At that time, the summer stamps of 1970 fascinated me enormously one way, yet on the other hand I resisted their mechanical appearance.

De zomerzegels en de Computer, brochure PTT 1970

Picking up the pieces, California

In June 2010 we have been visiting and talking to a few main characters from the early days of digital graphic design in California, USA. We made interviews with MAD's Erik Adigard and Patricia McShane in Sausolito, and San Anselmo's visual artist John Hersey.

Over bewaren

In mijn gesprekken met grafisch ontwerpers gaat het opvallend vaak over archiveren en tegenwoordig vooral over 'digitaal bewaren'. Het valt me telkens op hoe verschillend er wordt gedacht over het nut en noodzaak van het duurzaam bewaren van digitale bestanden, maar ook hoe weinig informatie er voor 'niet-professionals' beschikbaar is. De meeste van mijn gesprekspartners beginnen uit te leggen dat ze vroeger braaf CD's en DVD's branden maar dat ze inmiddels beter weten en zijn overgestapt naar opslag op een extra harde schijf. Meestal geautomatiseerd.

 

De digitale vergetelheid

We leven in een digitaal tijdperk waarin een groot deel van de wereldbevolking werkt en communiceert met voortdurend nieuwere vormen van technologie. Informatie wordt uitgewisseld via e-mail, muziek bestaat alleen nog op MP3’tjes, vakantiefoto’s worden bewaard op internet en met de overheid communiceren we via een digitaal loket.

 

 

Vinyl, tijdschrift voor moderne muziek

1981. In de Volkskrant of Parool las ik over iemand die een coputerprogramma aan het ontwikkelen was om ‘normale’ lettertypes geschikt te maken voor een matrixprinter. Hij had daar al wat mee geëxperimenteerd op een Apple Lisa of Apple II en kon de letters op verschillende groottes uitprinten.

De digitale vergetelheid
Published by KvdH on Monday, 17 May 2010 19:33

We leven in een digitaal tijdperk waarin een groot deel van de wereldbevolking werkt en communiceert met voortdurend nieuwere vormen van technologie. Informatie wordt uitgewisseld via e-mail, muziek bestaat alleen nog op MP3’tjes, vakantiefoto’s worden bewaard op internet en met de overheid communiceren we via een digitaal loket.

 

 

Dit artikel verscheen in april 2010 in BNO's Vormberichten


De middelen die we tot onze beschikking hebben om kennis en informatie te delen zijn explosief gestegen. De gemiddelde levensduur van deze informatie is daarentegen in dezelfde tijd dramatisch gedaald. Zo bestaat een webpagina niet langer dan 100 dagen en is de levensverwachting van een digitaal document slechts vijf jaar.

Sinds de introductie van de eerste desktop computer in het midden van de jaren tachtig zijn steeds meer ontwerpers digitaal gaan werken. Oorspronkelijke papieren schetsen, werktekeningen, boeken en affiches hebben nu plaats gemaakt voor photoshopafbeeldingen en illustratorbestanden, dvd’s en websites. De complete inhoud van de oude ladekast en boekenplank past nu op een harde schijf of een rijtje DVD’s.

Niet alleen is je eigen werk daarmee minder toegankelijk – een boekenkast is sneller doorzocht dan een serie DVD’s – maar ook de beperkte duurzaamheid van digitaal materiaal is een obstakel voor de archiefvorming door ontwerpers.

Concreet betekent dit dat we een onvoorstelbare hoeveelheid informatie kwijtraken. Wie heeft niet - soms nog recent - een stapeltje floppy disks weggegooid omdat er geen driver meer is waarmee de disks kunnen worden gelezen? Die informatie is dus voorgoed weg. Is dat erg? Misschien niet, de meeste van die oude digitale informatie bestaat ook nog wel in andere – gedrukte – vorm.

Maar wat gebeurt er nu steeds meer informatie alleen nog in een digitaal formaat bestaat? De meeste ontwerpers zijn zich nauwelijks bewust van de kwetsbaarheid van hun digitale werk. Pas wanneer je op zoek gaat naar die ene foto, dat éne plaatje, werkdocument, filmpje of die eerste versie van die website, pas dan ontdek je hoe vluchtig virtueel is. Digital-born objecten, of dat het nu e-mails, foto’s, werkdocumenten, illustratorbestanden of websites betreffen, zijn vanaf het moment van hun creatie aan het vervallen.

Het tempo van de digitale ontwikkelingen is tegenwoordig zo hoog dat we simpelweg vergeten om nog iets te bewaren. De devaluatie van informatie speelt daarbij ook een belangrijke rol. Omdat we zo veel informatie tot onze beschikking hebben – die ook weer zo makkelijk te reproduceren is -  wordt informatie minder waard.

Vergelijk het met de tijd dat de reproductietechnieken nog in de kinderschoenen stond. Toen werden boeken beschouwd als een kostbaar bezit en met zorg bewaard.In deze tijd wordt elk boek door Google gedigitaliseerd en is informatie via internet zo makkelijk te verkrijgen dat we er geen meer waarde aan verbinden. Honderden jaren geleden werd belangrijke informatie nog in steen gebeiteld of op perkament geschreven. Met die documenten kunnen we nu geschiedenis schrijven en leren over onze huidige beschavingen.

Al tien jaar wordt gewaarschuwd dat we nu een gekmakende leegte voor toekomstige historici produceren. Omdat we bijna al onze kunst, wetenschap, nieuws en andere  bescheiden creeëren en bewaren op media die ons niet zullen overleven. We creeëren een tijdperk dat qua informatieoverdracht te vergelijken is met  de middeleeuwen, de digitale middeleeuwen in ons geval.

Begrijp me goed; ik ben de laatste die roept dat we alles maar moeten bewaren, integendeel zelfs. Maar zou het niet fijn zijn als je tenminste zelf kunt beslissen wat wel of niet voorgoed verdwijnt? Duurzame digitale informatie zou  hoger op onze agenda mogen komen. Het is doodzonde dat de aandacht voor het duurzaam houden van kennis zo achterblijft bij de aandacht voor het ontwerpen van duurzame producten.

Zo sprak ik onlangs een ontwerper die recent een fantastisch boek over zijn eigen werk liet verschijnen. Omdat hij tot de vroege pioniers van de digitale vormgeving behoort vroeg ik hem hoe hij zijn oude werk kon reproduceren. ‘Niet’ was daarop zijn antwoord. ‘ Van de oudere ontwerpen hadden we nog wel disks bewaard, zelfs een paar oude computers, maar de ontwerpen waren niet meer te reproduceren. We hebben ze opnieuw gemaakt.’

Waarmee duidelijk mag worden dat het vooruitschuiven van de kwestie echt geen oplossing is. Vroeg of laat zij we allemaal op zoek naar een digitaal document om te ontdekken dat het oorspronkelijke bestand niet meer beschikbaar is. Omdat het niet meer kan worden geopend, of omdat het beschadigd is, de sofware verouderd, of omdat de apparatuur waarmee het bestand kan worden gelezen niet meer bestaat.

Wat kun je zelf doen om je werk digitaal duurzamer te maken? Om te beginnen realiseren dat duurzaam bewaren op de dag van creatie begint, dus pro-actief zijn en nu al een passende strategie, hoe bescheiden ook, ontwikkelen. Een paar eenvoudige handelingen kunnen al helpen. Om een tipje van de sluier te lichten geef ik er vast twee.

Ten eerste, bewaar niet te veel en bewaar overzichtelijk. Stop je bestanden in overzichtelijke mappen en geef ze een datum. Zo kun je snel zien welke versie je bewaart en beslissen wat op een gegeven moment kan worden weggegooid. Er zijn maar weinig dingen zo nutteloos als bestanden ‘voor de zekerheid’, en meestal dus dubbel, bewaren.

De tweede: geef zowel je mappen als je bestanden een duidelijke naam (dus niet ‘plaatje’). Belangrijk daarbij is dat je in deze naam nooit (nee, nooit) punten, komma’s, spaties of andere rare tekens (zoals: \ / : * ? " | ! % & ‘ - ; = () ) plaatst. Daar begrijpen computers niks van. De woorden in een bestandsnaam kun je scheiden met een underscore teken. Kapitalen gebruiken om woorden te onderscheiden of ze gewoon aan elkaar schrijven is ook  goed, zolang het aantal tekens maar niet boven de 30 komt.

Deze handelingen kosten maatregelen helemaal niets, zelfs geen tijd. Het levert wel direct wat op, snellere en iets duurzamere toegang tot je eigen werk. Dat is toch al wat?